Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Het pad [41]tot het leven is desgenen die de tucht bewaart; maar die de bestraffing verlaat, [42]doet dwalen. 41. Te weten, leidende. Of aldus: die de tucht bewaart, is een pad des levens, of [op] het pad des levens. 42. Te weten, zichzelven en anderen, die zo tezamen in het verderf geraken.